Meerlagenbuizen zijn een relatief nieuw begrip in de installatiewereld en worden langzaamaan steeds bekender. Dat is niet voor niks; ze brengen een hoop voordelen met zich mee ten opzichte van conventionele buizen van bijvoorbeeld koper of staal. Doordat meerlagenbuizen de eigenschappen van twee materialen (aluminium en kunststof) combineren zijn ze licht en flexibel, maar ook zeer sterk en taai. Om van deze eigenschappen gebruik te kunnen maken moet de buis natuurlijk wel op een correcte manier geïnstalleerd worden. Daarom vind je in dit artikel het antwoord op een vraag die veel te weinig gesteld wordt: Hoe buig je een meerlagenbuis (op de correcte manier)?

Opbouw meerlagenbuis

Een meerlagenbuis ontleent zijn naam aan de manier waarop hij is opgebouwd: uit meerdere lagen. De buizen zijn opgebouwd uit verschillende aan elkaar verlijmde lagen van aluminium en kunststof. Door gebruik te maken van meerdere dunne lagen van verschillende materialen profiteren de buizen van de beste eigenschappen van beide materialen. Ondanks de flexibiliteit en de sterkte van de buizen, kunnen ze wél beschadigd raken door ze verkeerd te buigen. Iedere buis heeft namelijk een minimale buigradius.

Een buigradius is de radius van een cirkel waarlangs je de buis zou kunnen buigen. De minimale buigradius betekent dus: de kleinste cirkel waarlangs je de buis kan buigen zonder deze te beschadigen. Een minimale buigradius van 5cm betekent dus dat je de buis kan buigen langs een cirkelvormig object met een diameter van minimaal 10cm (immers: de radius is de helft van de diameter). Als je de buis langs een kleinere cirkel zou buigen (wat heel makkelijk kan gebeuren als je de buis met je handen buigt) beschadig je de interne lagen van de buis en kan deze knikken. Als een buis eenmaal geknikt is kun je deze niet meer gebruiken. Goed om te weten: een maximale buigradius bestaat niet.

Het is dus erg belangrijk om voor het buigen goed te weten wat de minimale buigradius van de buis is en fatsoenlijk gereedschap te gebruiken waardoor die minimale radius altijd gewaarborgd blijft. Daarover hieronder meer.

Buigveer

Éen van de gereedschappen die je kunt gebruiken om een meerlagenbuis op de correcte manier te buigen is een buigveer. Dit is simpel gezegd een lange flexibele veer die ofwel bedoeld is om over de buitenkant van de buis heen geschoven te worden (buiten buigveer), ofwel om aan de binnenkant van een buis ingebracht te worden (binnen buigveer). Na het plaatsen van de veer kun je de buis makkelijk en met een mooie bocht buigen. Na het buigen haal je de veer weer weg en heb je een goede bocht in je buis. Buigveren zijn goedkoop en bijna overal te krijgen.

Het nadeel van het gebruik van een buigveer is dat deze niet altijd volledig beschermt tegen het mogelijk knikken van de buis. Als je een buis hebt met een grote minimale buigradius, en een flexibele buigveer, dan kan het gebeuren (met een hele kleine kans) dat de buis nog steeds beschadigd.

Buigijzer

Gelukkig zijn er ook nog buigijzers. Dit zijn gereedschappen die bestaan uit een cirkelvormige mal en een buighulp. De cirkelvormige mal is erg stevig en voorzien van hoekaanduidingen. Je plaatst het buigijzer simpelweg over de buis en gebruikt de buighulp om de buis langs de mal te trekken en zo de buis te buigen. Het voordeel van een buigijzer is dat de cirkelvormige mal ervoor zorgt dat de buis nooit met een kleinere radius dan die van de mal gebogen kan worden. Als je ervoor zorgt dat je het juiste buigijzer in huis hebt, dan zit je altijd goed. Zeker voor installatie van een buis in bijvoorbeeld krappe hoekjes is een buigijzer aan te raden.

Goed materiaal

Zo zie je dus dat het buigen van een meerlagenbuis heel simpel kan zijn, als je maar de juiste gereedschappen in huis hebt. Ook is het aan te raden om hoogwaardige meerlagenbuis te kopen van een betrouwbare leverancier zoals Benem. Zo weet je zeker dat je installatieproject een succes wordt, en dat je altijd even kan bellen als je er niet helemaal uitkomt met de buigradius.